Sfeerverslag onderzoeksdag

Sfeerverslag onderzoeksdag ASV 2022

Best practice Citizen Science: 9 november stond in het teken van ‘Wij vinden!’

Op 9 november vond de onderzoeksdag van Alle Scholen Verzamelen 2022 plaats met het project ‘Wij vinden!’. Ongeveer 3000 kinderen van 76 basisscholen door heel Nederland namen deel aan het project dat georganiseerd werd door de Wetenschapsknooppunten in samenwerking met Karlijn Hermans en Yara Toenders. Zij gingen ieder naar een basisschool in respectievelijk Leiden en Rotterdam waar het onderzoek werd uitgevoerd: Basisschool Anne Frank in Leiden en Quadratum in Rotterdam.

Wat is Alle Scholen Verzamelen?

Alle Scholen Verzamelen is een citizen science project, waarbij kinderen van groep 6, 7 en 8 voor een dag zelf burgeronderzoeker zijn. Voor het project ‘Wij vinden!’ onderzochten ze dit jaar in hoeverre hun stem overeenkomt met die van volwassenen die invloed hebben op hun sociale omgeving als het gaat over wat zij belangrijk vinden in hun sociale omgeving. Leerlingen kozen zelf op welke sociale omgeving zij zich richtten: thuis, de school of de wijk. Met de gegevens die de leerlingen zelf verzamelen zullen de onderzoekers kijken of er verschillen zijn tussen deze omgevingen en of er een relatie is met sociaal-economische status of stedelijkheid. Het onderzoeksonderwerp ‘sociaal gedrag en omgeving’ is dit jaar extra van belang na de coronacrisis. In deze periode hebben volwassenen de sociale omgeving en contacten van kinderen beperkt en daarom willen de onderzoekers bij basisschoolleerlingen aandacht besteden aan het leren over hun sociale omgeving en naar hun stem luisteren. De levensfase van deze leerlingen, de late kindertijd en adolescentie, is namelijk belangrijk als het gaat om het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het opgroeien tot veerkrachtige volwassenen.

De onderzoeksdag

Om te onderzoeken of volwassenen hetzelfde belangrijk vinden als zij maakten de leerlingen in een voorbereidende les een top 5 met hun klas over de dingen die zij het meest nodig hebben om sociaal te kunnen zijn thuis, op school, of in de wijk. Op de onderzoeksdag werkten de leerlingen in groepjes met een eigen rol gebaseerd op waar ze goed in zijn of wat ze het liefst willen leren. In het kader van team science (waarbij onderzoekers ook gebruik maken van elkaars aanvullende vaardigheden en expertise om een gezamenlijk doel te bereiken) werden binnen ieder groepje op deze manier interviewers, analisten en vormgevers aangewezen die per fase van het onderzoek om de beurt de leiding over het groepje namen.

De interviewfase

Voor het interview werden in groepjes zogenaamde sleutelfiguren gevraagd om de punten uit de klas top 5 in hun eigen volgorde te leggen naarmate ze hier vanuit hun rol naar handelen of zich ermee bezighouden. Sleutelfiguren konden afhankelijk van de gekozen omgeving bijvoorbeeld een ouder, de schooldirecteur of de burgemeester zijn. Op de school in Leiden was de schoolomgeving gekozen en werden verschillende leerkrachten en de schooldirecteur geïnterviewd, zowel fysiek als via Teams. Een van de groepjes interviewde vandaag een juf want later in de week hadden ze een afspraak met de burgemeester van Leiden gepland. Het interviewen vonden leerlingen best wel spannend. Het was voor velen de eerste keer, dus ze waren blij met het script in het werkboekje. Na een tijdje kwamen de groepjes goed op gang en stelden ze ook zelf vragen die niet in het script stonden, zoals ‘waarom vindt u dit onderzoek belangrijk?’ Ook werd het interview bij een aantal groepjes aangegrepen als gespreksstarter om sociale veiligheid en pesten te bespreken: hebben de leerkrachten goed genoeg door wanneer een leerling gepest wordt? 

In Rotterdam waren de leerlingen enorm enthousiast dat ze de directeur mochten interviewen. Vooral dat ze een drankje aan mochten bieden was een van de hoogtepunten. Bij het binnenlopen van de kamer van directeur Bert nam de spanning even toe, wie nam ook al weer de leiding in het interview? Maar toen de eerste vraag gesteld was verliep de rest van het interview vlot, en directeur Bert werd ook enthousiast van het praten over de sociale omgeving van de kinderen. Volgens een van de leerlingen was het interview ‘leuk maar de antwoorden waren wel ingewikkeld’. 

De verwerkingsfase

Onder leiding van de analisten uit het groepje verwerkten de leerlingen de resultaten, en rekenden ze met behulp van een resultatenposter het verschil uit tussen de klas top 5 en de top 5 van de volwassene. Een hogere verschilscore betekende dat de prioriteiten van wat vanuit kindperspectief belangrijk werd gevonden voor de sociale omgeving anders was dan de prioriteiten vanuit het perspectief van het sleutelfiguur. Daarnaast gaven de leerlingen bij ieder van de 5 punten met een kleur aan of iets er al was in de omgeving of nog niet. Op de achterkant van de poster gingen de leerlingen aan de slag met de interpretatie van de resultaten: wat was de reden dat het sleutelfiguur een andere top 5 had? Of hoe kwam het dat de top 5’en juist heel erg op elkaar leken? 

Ingevulde resultatenposter van een groepje leerlingen op de Quadratum school in Rotterdam (boven). De leerlingen hadden ‘tijd om sociaal te zijn (bijvoorbeeld pauze) op plek 5 staan en hun sleutelfiguur op plek 2! Ingevulde resultatenposter van een groepje leerlingen op OBS Anne Frank in Leiden (onder). Hier was erg veel overeenstemming. 

Dit bleken leerlingen toch nog niet zo makkelijk te vinden, want hoe weet je nu wat de resultaten kunnen betekenen? Het hielp om wat keuzeopties te hebben, want het was vaak wel duidelijk welke interpretatie niet van toepassing was. De resultaten in Rotterdam lieten bij sommige groepjes zien dat de top 5 al heel erg op elkaar leek en ze gaven ook aan dat dat komt omdat ‘onze juf al heel goed naar ons luistert’. Bij andere groepjes bleek er toch wat verschil te zijn, en stond de nummer 1 van de kinderen helemaal onderaan bij de leerkracht. In Leiden presenteerden alle groepjes hun interpretatie en wat ze het meest was opgevallen. Het leek erop neer te komen dat sleutelfiguren soms een stuk breder dachten dan de kinderen en de top 5 maakten op basis van het meenemen van allerlei factoren en afhankelijkheden, terwijl kinderen zaken vaker los van elkaar zagen. Ook al is dit natuurlijk verre van representatief, het liet in ieder geval zien dat in Leiden kinderen en sleutelfiguren meer inzicht en begrip kregen voor elkaars denkwereld. We zijn benieuwd of dat ook zal blijken uit de resultaten. 

De visualisatiefase

Ten slotte werkten de vormgevers aan creatieve manieren om de resultaten weer te geven en te communiceren. Alleen al op de scholen in Leiden en Rotterdam was de variatie en het enthousiasme hiervoor al groot: rap, digitale posters, staafdiagrammen, strips, filmpjes en tekeningen werden ingezet om de conclusies van het onderzoek over te brengen.

De boodschap die op de poster kwam was bij een van de groepjes binnen vijf minuten bepaald - ‘Volwassenen vinden andere dingen belangrijk in de sociale omgeving’ - maar de kleur blauw op de achtergrond veroorzaakte meer discussie. Uit de rap bleek dat de leerlingen het vooral belangrijk vonden om zich aan te passen aan anderen, maar dat moest bij het kiezen van een achtergrondkleur dus nog maar blijken.. De eerste stappen bij het leren van wat belangrijk is in de sociale omgeving zijn in elk geval gezet!

Voorbeeld van de presentatie; een strip waarbij twee mensen praten over hoe zij graag willen zien dat hun sociale omgeving eruit ziet

Meer informatie over de succesvolle onderzoeksdag, inclusief interviews met Karlijn en Yara, is te vinden op de website van de Universiteit Leiden en Erasmus Universiteit Rotterdam. Alle creatieve presentaties worden verzameld via de website www.allescholenverzamelen.nl. Tot 1 december kunnen leerlingen hun visualisatie uploaden. De klas met de mooiste/beste/creatiefste/meest overtuigende visualisatie wint een prijs! Deze klas mag langskomen voor een rondleiding op de Erasmus Universiteit, en komen kijken wat er nu met alle data gebeurt die zij verzameld hebben. Upload dus nog snel je visualisatie!


Als alle data opgestuurd is naar de onderzoekers, worden ze samengevoegd. Over 3 maanden, in februari, worden de eerste resultaten gebaseerd op alle verzamelde data van de leerlingen uit heel Nederland gedeeld met de scholen. Dat zou natuurlijk niet mogelijk zijn zonder het harde werken van de burgeronderzoekers. Heel erg bedankt voor het doen van het onderzoek! Ook dank aan alle leerkrachten en scholen die deelnamen aan Alle Scholen Verzamelen!